Twee extra toepassingen naast remmen op de motor om afdalingen te controleren:
Lage versnelling, hoog toerental bergop op losse ondergrond zoals zand
Als je een steile helling op moet op losse ondergrond zoals een zandpad, duin of fijn grind, moet je vaart opbouwen voordat je de helling oprijdt en moet je je voet op de grond zetten en een hoog toerental krijgen voor de snelheid waarmee je rijdt. Als je een automaat in de D-stand laat staan, loop je het risico dat hij te snel opschakelt, te weinig vermogen heeft en bij het oprijden van de helling zijn vaart verliest, waardoor je vast komt te zitten met wielspin. Als je de versnelling in 1 of L zet, kun je je voet neerzetten en de hoge toeren maken die nodig zijn.
Ik verloor een band in een afgelegen Afrikaans dorp bij een poging een stoffige zanderige heuvel in D te beklimmen en verloor vervolgens de vaart op deze manier. Na het verwisselen van het wiel met wat hulp van de dorpelingen, en toen helemaal naar de vlakke grond gerold te zijn, raakte ik hem in L met de voet stevig omlaag en reed over de heuvel alsof hij er niet was.
Uit Land Rover’s off road driving guide :
Diepe modder of zand heeft een stevige vaart nodig om je erdoorheen te slepen … in zand, hoe lager de versnelling hoe beter.
Hogere versnelling, lage toeren op ijs en modder
Te veel vermogen bij het rijden in ijzige omstandigheden of natte modder zal de wielen gewoon doen slippen, dus je zou de versnelling in 2e kunnen zetten en dan met lage toeren rijden. In D zou hij een versnelling terug kunnen vallen en zou je te veel vermogen hebben.
Nogmaals van Land Rover:
In de modder veroorzaakt een te lage versnelling wielspin.
Meer van de BBC
Blijf in een hogere versnelling voor betere controle, en als het glad is, schakel dan in een handgeschakelde auto in een hogere versnelling, in plaats van alleen de eerste te gebruiken.
In zeer slechte omstandigheden kan kruipen in de 2e (en eventueel zelfs starten in de 2e, afhankelijk van hoe de specifieke automatische versnellingsbak zich aanpast) noodzakelijk zijn.