Wanneer de auto in D staat en je start de motor, geeft de hydraulische pomp in de automatische transmissie geen vloeistofdruk totdat de motor start.
Deze vloeistofdruk wordt gebruikt om koppelingen in de transmissie in te schakelen om de eerste versnelling of achteruit te schakelen.
Een automatische transmissie heeft geen versnellingen zoals een handgeschakelde transmissie die fysiek in elkaar grijpen of ingeschakeld zijn.
De versnellingen in een automatische transmissie zijn altijd ingeschakeld of vergrendeld, maar ze zijn gekoppeld aan de aandrijfas door meerdere verschillende koppelingen die door u zelf of automatisch worden geselecteerd. Dit wordt het planetaire tandwiel- en koppelingssysteem genoemd en het is zeer moeilijk te conceptualiseren.
In een automatische versnellingsbak is N eigenlijk hetzelfde als P in die zin dat geen van de koppelingen zijn ingeschakeld, behalve in P is er een mechanische verbinding met een interne transmissierem. Deze rem heeft niets te maken met de wielremmen en komt mechanisch aan zodat de motor niet hoeft te draaien om te kunnen werken. Maar je moet er niet alleen op vertrouwen als je op steile hellingen parkeert.
In D zijn bij een stop de hoofdkoppelingen voorin ingeschakeld en zorgt de koppelomvormer voor druk om de voorwaartse versnelling te draaien, maar hij wrijft of verslijt niet als hij dit doet. Door deze weerstand tegen vrije draaiing in de transmissie begint de motor te vertragen. In een moderne auto is er een stationaire regelklep die de computer opent om meer lucht in de motor te laten stromen zodat de motor niet afslaat. Er komt dus eigenlijk meer lucht binnen en de computer voelt dit aan en voegt ook wat meer brandstof toe. Dus in D bij het lampje zal de auto iets meer brandstof verbruiken dan in N.
Ook de wielremmen zijn niet wrijvend maar staan stil en ze zullen helemaal niet slijten bij het vasthouden van de voorwaartse kruip van de auto in D.
De voorwaartse kruip wordt veroorzaakt door de koppelomvormer van de versnellingsbak. Er is daar geen sprake van slippen of slijtage of opwarming in belangrijke mate. Het is allemaal hydraulisch gedaan en er is niets om je zorgen over te maken. MAAR!!!! Als u in N bent en de motor draait en de wielen zijn dan gestopt om dit te laten gebeuren, wordt de hoofd-voorwaartse koppeling ontkoppeld en is het SLIGHTLY SLIPPING. Dus de koppelingsplaten dragen.
Dus je bent eigenlijk het belangrijkste slijtageonderdeel in een automatische versnellingsbak aan het verslijten als je bij een stop van D naar N overschakelt. Het enige voordeel is dat je een zeer kleine hoeveelheid brandstof bespaart.
Persoonlijk heb ik NIET en ik heb van een automatische versnellingsbak technicus gehoord dat je nooit de versnellingsbak van D naar N moet schakelen bij de lichten. De reden hiervoor is dat u uw koppelingsplaten in uw transmissies draagt. Het wordt ook warmer door de wrijving en de vuile transmissieolie draagt dan bij aan andere componentdefecten.
Ook is het gevaarlijk om daar in N te zitten. Je moet misschien ineens wegrijden om een ongeluk te voorkomen, maar in N is er minder kans dat dit gebeurt. Het kan ook zijn dat je de verkeerde instelling kiest zoals R wanneer je D.
wilde. Als N bij de verlichting zou moeten worden gekozen dan zouden de technici dit in het ontwerp hebben verwerkt. Maar dat hebben ze niet gedaan. Bij sommige brandstofbesparende auto’s schakelt de motor nu uit bij de lichten, dus wordt N uiteraard automatisch geselecteerd door de computer tijdens de uitschakelperiode, zodat de auto opnieuw kan worden gestart. Maar de motor draait niet zodat de koppelingsplaten niet slippen en slijten in dit soort zuinige auto’s.
Ook als je auto in D trilt bij de lichten dan moet je hem laten repareren. Het moet niet te veel trillen bij de lichten als alles goed werkt.